Music Maker - oktober 2004
door Johnny Lion


ALS VROEGER IETS NIET LUKTE, HAD IK DE NEIGING OM TEGEN ’N MUUR TE RAMMEN

"Ik heb er heel m’n leven een sport van gemaakt om voor elke concertreeks nieuwe muziek te schrijven. Ik speel dus nooit oude stukken. Tijdens de ‘Back on the Map’ tour dit seizoen, speel ik met The Combination dan ook muziek die hooguit twee jaar oud is. Het publiek moet dus maar afwachten wat het te horen krijgt. Aan de ene kant is dat een uitdaging, aan de andere kant betekent het ook dat ik mezelf elke tour weer opnieuw moet bewijzen..."

"...Ik kan me voorstellen dat een jongen als Rob de Nijs uit een repertoire put dat hij gedurende zijn veertigjarige carrière heeft opgebouwd en waarbij hij zeker al zijn hits zal brengen. Tja, herkenbaarheid, hè? Dat is wat de mens wil. Wat dat betreft zit je dus fout bij mij."

Nou, fout. Ik bezocht onlangs een concert van jou, dat ik overigens verrassend goed vond, en het viel mij toen op dat het publiek een houding had van: wat zal hij nu weer gaan doen? Bovendien brengt jouw werkwijze met zich mee dat je inmiddels kan bogen op een aantal uitgebrachte albums, dat tegen de honderd loopt. Waarbij ík me weer afvraag waar je de inspiratie vandaan haalt om al dat werk te kunnen schrijven.

"De inspiratie krijg ik plotseling en op verscheidene momenten. Dan kan het gebeuren dat ik word bestormd door ideeën, die op de een of andere manier worden opgeslagen. Dat gebeurt trouwens vooral als ik op reis ben. Op het moment dat ik in mijn studio aan het werk ga om een nieuw album te maken, komt alles naar boven."

Je hebt veel gereisd. Zo’n beetje alle landen van de wereld gezien, heb ik begrepen.

"Nou, er zijn veel landen waar ik nog niet ben geweest, hoor. De wereld is groot. Er is een aantal, zoals Tibet, Afrika, Japan, Thailand en Bhutan, waar ik graag kom, maar in Zuid-Amerika ben ik bijvoorbeeld nooit geweest. Wel in Mexico en met Peter Tosh op Jamaica."

Tosh is door jou ontdekt.

"Ontdekt is een groot woord. Nou ja, voor Nederland misschien. Eind jaren zeventig woonde ik in New York. Ik speelde er met de Amerikaanse bezetting van The Combination, waarvan de gitarist van Peter Tosh deel uitmaakte. Van hem kreeg ik het adres van Tosh, die ik wilde benaderen voor een samenwerking omdat reggae me intrigeerde en ik daarmee iets wilde gaan doen. Tosh wilde wel. Inmiddels had ik veertien reggaenummers geschreven en ben daarmee naar Jamaica vertrokken. Tosh heeft uiteindelijk aan een aantal daarvan meegewerkt. Die nummers zijn in Nederland op de plaat uitgebracht en erg goed ontvangen, hoewel reggae hier toen nog niet echt hot was. Voor mij was het eigenlijk worldmusic, dus een fusie tussen verschillende culturele muziekstromingen. Met name de laatste vijf jaar is dat begrip overigens volkomen verwaterd. Nu komt een groep uit Afrika of India of weet-ik- veel waar vandaan naar Nederland en wordt dat worldmusic genoemd. Heel leuk allemaal, maar dat zijn op zichzelf staande groepen, dus is het geen worldmusic. Totale onzin, dus."

Wat je nu doet noem je worldjazz.

"Ja, omdat iedereen in The Combination connecties heeft met jazz. Zo maakt onze percussionist en zanger Mola Sylla onder andere deel uit van de groep van Ernst Reiziger. In de jaren zeventig en tachtig, toen ik met de gitarist Sigi Schwab door Duitsland toerde, vroeg het publiek welke stijl we speelden. Ik riep toen: totalmusic . Met het gevolg dat alle recensenten dat begrip overnamen. Fantastische tijd overigens. Mensen braken de tent af."

Niet alleen in Duitsland, waar je overigens de Beethovenprijs voor compositie kreeg, maar ook in Australië ben je een ster.

"Nou, ik weet niet of dat nu nog zo is, maar in de jaren zeventig en tachtig waren we absoluut hót. Don Burrow, een soort Benny Goodman die daar erg wordt gewaardeerd, heeft ervoor gezorgd dat ik met The Combination door Australië kon toeren. We traden onder meer op in The Operahouse in Sydney. Er was zoveel belangstelling, dat de straat moest worden afgezet door de politie. Was dus een ervaring zoals bekende popgroepen die veelal hebben. Maar een dergelijk succes beschouw ik toch als een vorm van geluk."

Maar jij speelde met jouw muziek de zalen vol. Dus hoezó geluk!

"Toch zie ik dat zo. Ik denk ook dat veel artiesten die op een gegeven moment succesvol zijn dikwijls niet beseffen dat ze geluk hebben, maar denken dat ze vreselijk goed zijn. Ja, natuurlijk, alles wat je doet moet goed zijn. Daarnaast moet je talent hebben, maar óók het nodige geluk. Ik heb dat een paar keer in mijn leven gehad. Heeft alles te maken met omstandigheden. Marco Borsato is daar een goed voorbeeld van. Ik ken hem persoonlijk niet, maar ik neem aan dat hij exact weet dat hij alle mazzel van de wereld heeft gehad toen hij met de hakken over de sloot toentertijd het nummer Dromen zijn bedrog heeft kunnen opnemen. In zo’n geval krijg je opeens iedereen achter je. Begint de zaak te lopen dan krijg je alom aandacht en vervolgens, als het meezit, wordt alles wat je doet gemeengoed. Ik zeg dan: de goden hebben het zo gewild. Daarom kan ik er ook rustig onder blijven als me dat geluk níet ten deel valt. Als vroeger iets niet lukte, had ik de neiging om tegen ’n muur te rammen. Heb ik niet meer. Ik doe mijn uiterste best, meer kan ik niet doen. Het lullige is dat wanneer iets niet lukt en daardoor niet genoeg aandacht krijgt of mensen trekt je daarop wordt afgerekend. Zo simpel is het en zo hard is het vak. Ik zal er niet om huilen want ik ben me daar gewoon van bewust. Bovendien..."

Poen zat... Geintje.

"...vind ik het heel wat als ik met mijn Combination kan optreden. En over poen gesproken: het meeste geld investeer ik in mijn studio op Ibiza. Daardoor kan ik me het een en ander permitteren. Ja, want als ik een studio zou moeten húren, zou het onmogelijk zijn om bijvoorbeeld een album als Back on the Map te produceren."

Je werkt nu met een waanzinnig swingende groep die zowel hedendaagse dance als elementen van jazz ten gehore brengt. Met het stuwende ritmetandem Coen Molenaar op Moog-bass en voorgeprogrammeerde ritmes en met Remco van der Sluis op drums. Naast de verrassende Eva van der Pol op cello heb je mijns inziens de muzikale vondst van het jaar gedaan door het talent van zangeres Susana Dé te herkennen en toe te voegen aan The Combination. Overigens is het...

"Tja, ik heb ook m’n goede kanten..."

...opmerkelijk dat The Combination in de loop van de tijd zo’n groot aantal wisselende bezettingen heeft gekend.

"Daar streef ik ook naar. Ik weet niet hoeveel muzikanten er inmiddels in de groep hebben gespeeld. Jazzmuzikanten als John Lee, Larry Coryell, Jerry Brown, The BreckerBrothers – van wie Michael Brecker nu zo’n beetje de beroemdste tenorsaxofonist van de wereld is – en Tom Holkenborg, de latere Junkie XL."

Een aantal nummers op de dvd speelt zich af op verscheidene locaties. Goede vondst.

"Ik wilde de mensen een kijkje gunnen in wat er zoal in de band omgaat. Hoe we werken in de studio en tijdens optredens. Zo heb ik een aantal muziekstukken ook weergegeven. Dus bijvoorbeeld van mijn studio op Ibiza naar het strand, vervolgens naar het Düsseldorf Festival, de Melkweg en weer terug naar de studio. Eigenlijk zijn het verhaaltjes geworden."

Ik heb begrepen dat je tijdens je studie aan het conservatorium als pianist in nachtkroegen optrad.

"Nee, dat is niet juist. Ik was vóór ik naar het conservatorium ging beroepspianist. Heb door heel Europa gezworven. Ken zo’n beetje alle nachtclubs in Duitsland, waar ik honderden artiesten heb begeleid. Van goochelaars tot stripteaseuses. En hoe slechter de striptease, hoe moeilijker de muziek. Hele stukken Chopin moest ik spelen, terwijl de dames zich uitkleedden. Ik heb in een tent in Keulen gespeeld, nou, nou, dat vergeet ik m’n leven niet. Daar zat allemaal onderwereld. Levensgevaarlijk. Die groep waarmee ik speelde was dan ook zwaar bewapend met messen, knuppels, noem maar op. Stel je voor, ik was toen een jochie van een jaar of negentien."

Dus laat naar het conservatorium gegaan?

"Nogal, ja. Ik besloot daar fluit te gaan studeren, omdat ik in piano geen toekomst zag. Iedereen wilde dat je speelde als Oscar Peterson of Thelonius Monk. Nou ja, dat je in ieder geval speelde als ‘iemand’. Wilde ik niet, dus koos ik de fluit. Ik had toen de opvatting: met piano verdien ik mijn brood en met de fluit ga ik alleen maar doen waar ik zin in heb. Dat is nu anders. Nu is de fluit mijn broodwinning en gebruik ik de piano voor het uitwerken van mijn composities."

Tijdens jouw tournee nodig je gasten uit die beurtelings optreden. De ene keer is dat de Indiase zangeres Sandhya Sanjana, de andere keer Thé Lau. De keuze van Thé vind ik daarom zo bijzonder omdat hij, zij het uitstekende, volstrekt andere muziek maakt dan jij.

"Ik had hem een aantal keren op de televisie gezien, maar ik wist nooit precies wat ik er nou van moest denken. Tot ik op een gegeven moment zijn dvd in handen kreeg. Toen begreep ik opeens veel meer van hem. Ik heb hem toen meteen benaderd en gezegd dat ik voor hem wilde schrijven en dat ik, omdat de editing van Back on the Map veel tijd in beslag had genomen, maar drie dagen voor hem had. Hij is toen naar Ibiza gekomen. Nu roept ie op de bühne: Ik was op Ibiza. Heb er niks van gezien, omdat ik er alleen maar keihard heb gewerkt."

En gezellig gezopen natuurlijk.

"Uiteraard..."